woensdag 1 februari 2012

Crash met meerkoeten, met warme voeten naar Marken

Vanmorgen vriest het 5 graden en het waait hard. De gevoelstemperatuur is - 13 gr. C.
Jan Geel is er om een ritje te maken naar Marken. Kees heeft besognes thuis en kan niet mee.
Jan neemt een gele stormstrip mee en we kijken even naar de polyurethaan strip die ik om de rand van de voetengaten heb aangebracht.
Tegen windkracht 5 met uitschieters tot 6 Bft rijden we met een snelheid van 34 tot 37 km/u naar Purmerend. De wind plukt venijnig aan de Quest. Geen probleem, de stormstrip doet zijn werk.
Hoewel het ijzig koud is, zit ik heerlijk achter het Lexan vizier van de racekap en geniet van het ontspannen fietsen. Ik heb mijn standaard fietskleding aan. Als enige extra heb ik een dunne lange broek onder mijn fietsbroek. De Therm-IC voetverwarming staat op 5 en doet het fantastisch. Ik moet er niet aan denken dat ik nu uit de fiets moet om bijv. een lekke band te verwisselen. Die overpeinzing had ik me beter kunnen besparen want in Monnickendam moet ik .... de fiets uit om een lekke band te verwisselen. Dat duurt nog geen vijf minuten en we kunnen weer verder.

Als we bij de IJsselmeerdijk aankomen waait het met Bft 6 nog harder. We blijven onder aan de dijk rijden maar krijgen toch aardige zwiepers.
Marken is vrijwel uitgestorven. Wij zijn de enige koffiedrinkers in restaurant Land- en Zeezicht. Er lopen enkele Amerikanen rond die onze fietsen uitgebreid bekijken en fotograferen. Plotseling staan er een paar dames naast mijn fiets. Eén van hen rukt de racekap omhoog om een blik in de fiets te kunnen werpen. Ik sta op en ram keihard op het raam. Het mormel schrikt zich rot, laat de kap omlaag stuiteren en maakt zich snel uit de voeten.

Na de koffie, Jan bedankt voor de traktatie, gaat het met de wind achter heel hard naar Monnickendam. Constant 50 tot 52 km/u is comfortabel vol te houden.
We rijden langs het kanaal aan de Jaagweg. Het stikt van de vogels in de bermen nu het kanaal deels dichtgevroren is.
Plotseling, Jan rijdt met ruim 40 km/u voor me, schrikken tientallen meerkoeten die rechts van het fietspad bij elkaar gedromd zitten, van onze gele bolides. Als een zwarte wolk zie ik dat het hele stel het fietspad oversteekt. Jan raakt er enkele, ik krijg de volle laag. De Quest krijgt harde tikken te verduren en ik vrees dat de fiets er niet heelhuids vanaf komt. Thuis maar eens kijken hoeveel schade er is.
In Edam/Volendam ga ik linksaf om door de Beemster weer naar De Woude te rijden. Jan gaat noordwaarts naar Oostwoud.

Thuisgekomen inspecteer ik direct de voorkant van de Quest. Oops, dat valt niet mee. Een diepe grote deuk met op meerdere plaatsen gebroken gelcoat is de schade die door de meerkoeten is aangericht. Klus voor Jan schat ik in.

Tenslotte de vraag of de polyurethaan strip iets uithaalt. Het antwoord is een volmondig ja. Al rijdend is er totaal geen koude wind vanuit de voetengaten te bespeuren. Zonder strip en zonder Lycra is het rijden in deze condities bepaald onaangenaam.
De strip, het is een stuk van de eerste poging om een stormstrip te maken, werkt formidabel. Net zo goed als het mini vizier de wind over het instapgat tilt, zo geleidt deze strip de wind onder de voetengaten. Sta je stil, dan voel je de koude luchtstroom via de voetengaten wel naar binnen komen. Lycra voorkomt dit.
Ik ga nu proberen of een strip Lexan met de goede hoek en buiging te maken is. De hoek van de polyurethaan strip is 45 graden.
Dat mag wat minder steil.
Dit krijgt gegarandeerd een vervolg.
80 heerlijke kilometers met een ietwat vervelende afloop.