woensdag 12 augustus 2009

Marken in de regen

Vanmorgen regent het op ons eiland. Buienradar.nl belooft ook al niet veel goeds. Kees en ik hebben afgesproken vandaag een ritje te maken naar Marken. Kees afbellen? Niet populair, Kees laat zich door een buitje niet tegenhouden. Pé is wel door de regen teruggekeerd, dat schrijft ie althans vanmorgen al op zijn blog. Vanmiddag blijkt ie toch weer een ommetje te hebben gemaakt.

Buienradar voorspeldt regen tot half vier. Om 12.00 uur is Kees op De Woude, zoals gezegd, Kees gaat fietsen. Gelukkig hebben we tot aan Marken de wind min of meer achter en is de continue uit het zwerk vallende lichte regen wel te verdragen.
Op de dijk langs het Noord-Hollands kanaal rijden we de wind ongeveer dood met ruim 36 km/u. Een flinke haas rent voor me uit. Het angstige dier kan door een afrastering niet naar het veilige weiland vluchten, het kan ook niet naar links, daar ligt het Noord-Hollands kanaal. Abrupt stopt broer Haas en rent in tegengestelde richting. Daar komt ie Kees tegen en nu sprint ie vlak voor Kees alsnog de weg over.

Via Purmerend gaan we in Ilpendam met de kabelpont over. De pontbaas is gehaast, er komen twee sleepboten aan en hij heeft geen voorrang. Als ik hem zeg dat de slepers zijn kabel niet kapot mogen varen, denkt ie dat ze dat wel mogen en hij altijd de rekening krijgt. Dat het anders in elkaar steekt kan ik de man niet aan zijn verstand brengen.
Op de dijk naar Marken zijn veel fietsers onderweg met een 'Rent a bike' fiets. Ze zwaaien steeds enthousiast naar ons.
Na precies één uur en tien minuten, zijn de 37 kilometer onder onze wielen door gegleden en blijkt Kees een lekke band te hebben. Binnen 5 minuten heeft Kees een vers setje gemonteerd en kunnen we een etablissement zoeken voor een kop koffie.
Restaurant De Taanderij zit stampvol toeristen en we kunnen er niet in. In restaurant Land- en Zeezicht, kunnen we wel aanschuiven. Kees trakteert op koffie en appeltaart. Die is prima, de bediening kan er maar net mee door. De vele bedienende meisjes doen hun werk met onverholen desinteresse. Er kan geen lachje vanaf en het oogt allemaal uiterst plichtmatig. Als we de koffie met appeltaart achter de kiezen hebben, wordt onmiddellijk de tafel afgeruimd en gedweild. Je kunt goed merken dat er geen concurrentie is, die domme toeristen komen toch wel.

We besluiten via Volendam en Oosthuizen terug te rijden. In Volendam is het natuurlijk bingo, razend druk. Gelukkig werken de nijvere Volendammers, dus hinder van te diep in het glaasje gekeken hebbende autochtonen hebben we niet. Er vertrekt een heel grote bus van het parkeerterrein bij Hotel Spaander. De chauffeur stuurt met veel vakmanschap de immens grote bus de dijk op.
Wij sluiten aan en rijden redelijk vlot door de drukte naar Edam. De regen is gestopt en direct teisteren de eerste zonnestralen mijn nog niet ingesmeerde gezicht. Fietsende voort smeer ik mijn snuit vol met factor 50+.

Langs de prachtige Oostdijk van de Beemster rijden we naar Purmerend om de Westdijk te volgen. Dat gaat lang goed, maar plotseling verspert een hek ons de weg. ik laat me langs een afrit naar beneden rollen en zie verderop een man langs de dijk aan het werk. Hij gebaart dat de weg echt versperd is. We rijden enkele kilometers om en komen bij Spijkerboor uit. Daar blijkt dat Rijkswaterstaat bezig is een baggerdepot aan te leggen.

Nog maar een kwartiertje en ik ben weer thuis.

En het kettinggeluid? Rijdend op het grote voorblad blijft het tikkende geluid goed hoorbaar, op het middelste blad is het nu een stuk rustiger. Vrijdag rijden we met Yvonne naar Dronten, ik zal daar vragen of een van de specialisten er even naar wil kijken.
92 km, nu totaal 4100 km