zondag 14 september 2008

Fietsen, cultuur en historie langs de Westfriesche Omringdijk

Gisteren hebben, op initiatief van Matthijs Leegwater, 16 Velomobielen een rit gemaakt langs de Westfriesche Omringdijk. In de ochtend regende het langdurig en was het koud.
Vandaag rijden Sebastiaan Pals, Kees van Hattem en ik precies dezelfde tocht. Kees was er gisteren ook al bij, maar daar maalt ie niet om. Als notoire veelfietser heeft ie daar geen moeite mee. Toegegeven, het gaat er met snelheden van 30 tot 34 km/u enigszins bedaagd aan toe, maar Kees komt er altijd.
Vanmorgen wordt het goede weerbericht helemaal bewaarheid. Het is glashelder, onbewolkt, maar met 11 graden C. behoorlijk fris. Ik begin met de lange fietsbroek en een shirt met lange mouwen. Da's nog niet voldoende, het hesje en de dunne fleece shawl diep ik op uit de krochten van de Quest.
Ik rij naar de Waerdse Tempel en zie om 9.00 uur....niemand. Ik bel Kees' vrouw Marian en zij zegt dat Kees met de 'sporing' van zijn Mango bezig is. Even later ben ik bij Kees thuis en smaakt de koffie heerlijk.
Vandaag is zo'n beetje de lakmoes proef of ik wel of niet mee kan naar Giessen. Kunnen de knieën en de kuiten 170 km aan? We zullen zien.
Kees is een fiets puritein van het zuiverste water. We rijden de Omringdijk helemaal of we rijden hem niet. Er wordt dus niet de populaire ronde van 126 km, maar de hele ronde van 140 km gereden. Dat betekent dus dat we eerst naar Alkmaar rijden om via de Schermerweg, daar woonde ooit een van mijn eerste liefdes, de loop van het stroompje de Rekere op te zoeken. Via Koedijk gaat het noordwaarts langs het Noord-Hollands kanaal om na 35 km een eerste stop in Valkkoog te maken. We hebben dan al een prachtige rit langs de vele 'wielen' gemaakt. Wielen zijn meren die ontstaan zijn nadat een dijkdoorbraak het repareren van het diepe stroomgat niet meer mogelijk maakte. De dijk werd gerepareerd door een wijde bocht om het stroomgat te maken.
Benoorden Schagen rijden we nu oostwaarts richting Medemblik. De koude wind, we rijden continue bovenop de dijk, is nu pal tegen en ik hou mijn warme kleding lekker aan. Bij een snelheid van 30 km/u blijft mijn hartslag rond de 100 slagen per minuut, te weinig om zelfs maar aan zweten toe te komen.
In Medemblik rijden we gelijk op met de stroomtrein, altijd leuk. De conducteur stapt bij iedere kruising van de trein en houdt het verkeer tegen. Met veel misbaar van stoomfluit en dikke rookpluimen uit de schoorsteen vervolgt de trein zijn weg. Veel passagiers staan op de balkons en maken foto's van ons.
We mogen Medemblik niet in, er wordt van alles georganiseerd, waaronder een wielerwedstrijd. Wij rijden met een grote boog om het centrum van Medemblik heen en bereiken de IJsselmeer dijk ten zuiden van Medemblik. Onze tweede stop is gepland in Medemblik, maar Kees weet wel een alternatief. Dit wordt het Nationaal Stoommachine Museum dat aan de dijk direct ten zuiden van Medemblik ligt. Het museum houdt de geschiedenis van de stoommachine levend door stoommachines te verzamelen, te restaureren en te onderhouden. Het museum is gevestigd in het voormalig stoomgemaal ‘Vier Noorder Koggen’ aan het IJsselmeer. Het stoomgemaal is ruim 100 jaar oud (gebouwd in 1907) en werkt nog steeds! De koffie en appeltaart, de vorst is er maar net uit, zijn redelijk te verhapstukken. We brengen ook een bezoek aan het museum zelf. Veel stoommachines draaien en geven een mooi beeld van techniek uit ver vervlogen tijden.
In het museum zijn veel bezoekers met een badge van de Delorean club. Wij zien op het parkeerterrein een groot aantal Deloreans staan. Eén Delorean, voor de niet-ingewijden, dit is een volledig roestvast stalen auto met vleugeldeuren die in het begin van de tachtiger jaren is gebouwd, is al heel bijzonder, 28 stuks naast elkaar op één parkeerterrein is helemaal uniek.
Wij hebben veel belangstelling voor de bijzondere sportwagens, de Delorean bezitters, zij komen uit heel Europa, hebben belangstelling voor onze Velomobielen.
Na Enkhuizen kiest Kees toch voor de route over de dijk naar Hoorn. Het wordt een hobbeltocht over stalen rijplaten, puingranulaat en ander ongerief. In Hoorn zitten we een tijdje lekker op een terras op de Grote Steen voor een welkome versnapering.
Kees wil onze portie cultuur voor vandaag nog een extra impuls geven. We stoppen even in Stedebroec om naar een scheepsbaklift te kijken. De foto vertelt het verhaal. Een boot vaart vanuit de polder een stalen constructie binnen. Deze constructie wordt omhoog gehesen, horizontaal verplaatst en in het hoger gelegen IJsselmeer water weer neergelaten.
Het is heel druk in en buiten Hoorn, mede doordat er een ultralight vliegtuigje in het IJsselmeer is gecrasht. Er zijn twee dodelijke slachtoffers te betreuren.
Ik zei het al, Kees is een puritein, we blijven de officiële route volgen langs de IJsselmeerdijk totdat we de afslag naar Oudendijk nemen. Via Avenhorn bereiken we Ursem waar onze wegen scheiden. Ik rij met Sebastiaan door naar Driehuizen. Bij de 3 molens bij Schermerhorn is het muntje van Sebastiaan op. Hij moet tien minuten pauzeren en een broodje eten. Ik rij door en met de comfortabele rugwind scheur in met 47 km/u naar De Woude. Om 17.35 uur constateert pontbaas Kees dat het luie zweet er wel uit is. Klopt helemaal Kees.
Een mooie tocht zonder fysiek malheur. De knieën rapporteren wel dat 162 km een heel stuk is, maar er is geen sprake van pijn of kramp.