zaterdag 3 november 2007

Bandenwissel

Om de voorwielen van de Quest liggen nog de laatste geteste banden, namelijk de Greenspeed Scorchers. Ik rij morgen mee met een nieuw toer initiatief vanuit Alkmaar.
Ik haal de Scorchers eraf en leg de Avocets er weer op. Dit gaat buitengewoon makkelijk, ze vallen gewoon om de velg. Ik inspecteer de banden grondig. Het loopvlak heeft nog geen enkele insnijding, zelfs het kleinste sneetje ontbreekt. Wel is er aan de zijkant een insnijding, er hangt een heel dun strookje rubber aan. Ik trek dit eraf en zie dat het inderdaad een oppervlakkige 'verwonding' is. Wel heeft het regelmatig aanlopen van de banden bij het sturen het dunne laagje rubber op de zijkant van het karkas enigszins weg geslepen. Ik schat in dat dat nog lang goed gaat.
Ik inspecteer ook de grote Kojak om het achterwiel grondig. Een helderwit driehoekig steentje zit goed zichtbaar in het loopvlak. Met een stomp mesje pulk ik het eruit. Deze band zit er er nu 4700 km op en ziet eruit alsof ie nog wel zo'n afstand mee kan.
Ik neem de hele fiets af met een oude handdoek en wat Glassex. Ongelofelijk hoe vies de Quest wordt. Heel oude handdoeken zijn heerlijk zacht en je krijgt er, in tegenstelling tot een zeemleren lap, absoluut geen krassen van op de gelcoat. Ik pak mijn reservebanden weer in, nu Schwalbe Kojaks omdat ze zo lekker licht zijn en kunnen worden opgevouwen. De Marathon Racers heb ik weggegeven, in mijn enthousiasme heb ik kennelijk ook mijn 26 inch Racer weggedaan, niet zo handig. Daarom vouw ik de nieuwe reserve 26" Kojak in een 8 en prop hem rechts achterin de Quest.

Op weg voor een trainingsritje, het zal geen bevreemding wekken dat dit naar De Woude gaat.
De zon is nog niet zichtbaar geweest vandaag en insmeren is nog niet nodig. Ik heb factor 60 wel altijd bij me, dus mocht de koperen ploert zijn naam eer aan gaan doen, dan kan ik me er tegen weren. De wind is Bft 3 uit het Noordwesten. Met de Avocets en de Kojak net even boven de 5 bar rijdt het heel comfortabel en toch licht. Vanuit Castricum accelereer ik langzaam tot 52 km/u en hou dit aan tot ik royaal voor het Shell station de Quest laat uitlopen. De slinger achter het Shell station ligt vol met bladeren, een erkend slip gevoelige plek. Dit gevaar wordt nog verergerd doordat veel medeweggebruikers de binnenbocht nemen.

De maximale hartslag blijft nog onder de 150, dus de conditie lijkt wel in orde. Dezelfde 52 km/u, de auto's op de Provinciale weg gaan niet harder en de inzittenden kijken gebiologeerd naar mij, hou ik weer aan tot Krommenie. Ik heb niet de indruk dat de 1 bar lagere druk veel uitmaakt, het rijdt heerlijk zo.
Op De Woude kijk ik even naar het schilderwerk en na een kop koffie bij de buren, rij ik weer terug via Wormerveer. Nu heb ik tegenwind en dat scheelt een slok op een borrel. Met 41 km/u en hartslag 133 ben ik toch snel weer in Castricum.