dinsdag 16 mei 2006

Volendam, intervaltraining en vogelflatsen

In de aanloop naar CycleVision probeer ik nog wat trainingskilometers te maken. Door het vele werk om twee nieuwe winkels te openen is er weinig terecht gekomen van een goede training voor CycleVision. De wisseling van Quest 122 naar 153 had ook tot gevolg dat ik 3 weken zonder fiets zat. Eigen schuld overigens. Door de geringe trainingsarbeid is ook mijn gewicht een kilo of vijf te hoog.
Met een achterlijke wind ga ik om 14.30 uur op weg naar Volendam. Waarom steeds Volendam zul je je afvragen? Het antwoord is simpel: de ruimte om lekker snel te fietsen. De hele route naar Volendam gaat, op de dorpen na, over rustige brede fietspaden. De snelheden liggen vrijwel altijd tussen 40 en 50 km/u en ik merk nogal eens dat fietsers schrikken van een snel passerende Quest. Met de nieuwe claxon horen de fietsers mij al op 50 tot 100 meter afstand. Er is dan voldoende tijd om aan de kant te gaan. Dit is echt een verademing.
Ik probeer steeds een aantal minuten boven de 50 km/u te rijden. Op de rechte stukken lukt het steeds om 52 km/u te rijden, hartslag 145 tot 148. Hogere hartslagfrequenties lukken nog steeds niet of nauwelijks. Het is een gegeven dat met het stijgen der jaren de maximale hartslagfrequentie jaarlijks met 1 tot 2 afneemt. Vorig jaar augustus kon ik een uur lang met een hartslag van 163 tot 166 rijden. Eerst maar eens de training opvoeren en het lichaamsgewicht reduceren.
Ik rij in precies een uur naar Volendam. De toeristen op de dijk maken als vanouds weer veel foto's van mij in de Quest. Het is eerlijk gezegd ook wel een beetje exhibitionistisch om hier te rijden. Ik vind het gemiddeld eigenlijk wel leuk.
Op de terugweg passeer ik een roodharige ligfietser op een Hurricane met een Burley aanhanger erachter. De tegenwind is pittig en ik moet stevig trappen om boven de 40 km/u te rijden. Ik merk dat de energie vrij plotseling op is. Buiten De Rijp stop ik om een energiereep op te peuzelen. Ik zou wel door kunnen rijden, maar veel harder dan 30 km/u gaat het dan niet meer. Na tien minuten komen de caloriën weer beschikbaar en kan ik vlot naar de pont rijden.
Daar zie ik dat de Quest helemaal onder de vogeluitwerpselen zit. Op de neus zitten ook veel te pletter geslagen insectenlijken, ja echt waar.
Vanavond was ik de hele fiets grondig en maak de Quest droog met oude handdoeken. Daar heb ik er een hele stapel van die na gebruik weer gewassen worden. Zeemleren doeken zijn bij mij uit de gratie, ze verzamelen te veel zand en andere troep. Ik voel dat de Quest toch wat ruw aanvoelt. Ik besluit de hele fiets in de was te zetten. Ik heb nog een oude fles Valma Polymeer sealer. Het aanbrengen gaat met een vochtige doek heel makkelijk. Na een uurtje poets ik de gedroogde waslaag eraf, dit gaat ook makkelijk. Het oppervlak glimt dat het een lieve lust is, prachtig. Of ie er harder door gaat, ik denk het niet.
72 km